Begin oktober waren wij voor een dag of vijf op Waddeneiland Ameland en wij waren niet de enigen. Twee Duitse deelstaten bleken al schoolvakantie te hebben, wat de drukte op de veerboot en het eiland verklaarde. Toch was er genoeg ruimte om zelf dit eiland in alle rust te verkennen. Nou ja rust, de al om aanwezige wind die week, maakte het niet eenvoudig om er wat leuke vogelsoorten te vinden. Bij de veerhaven van Holwerd viel mij een grote groep Bergeenden op, die elkaar gezelschap hielden op een droog gevallen slikplaat van de Waddenzee. Bij de veerhaven van Ness, vond ik daags daarna een Zilverplevier.
De leukste ontdekking die dagen op het eiland, was echter die van een Groenlandse Tapuit. Een prachtige diep steenrood gekleurde tapuit, die gelukkig even bleef rusten op het prikkeldraad langs een weiland ten oosten van Ness.
Ameland heeft diverse mooie stukjes natuur, zoals het Groene strand in de NW hoek, de Feugelpōlle aan de ZW zijde, de Kooiplaats in het ZO en het Oerd in het NO, om de belangrijkste te noemen.
Ter afsluiting van deze beknopte Ameland impressie nog een foto van de kerktoren van Ness.
Op 12 oktober was ik halverwege de ochtend bij de Oude Stuifdijk op de 2e Maasvlakte voor een Raddes Boszanger. Nu had ik een jaar geleden bij Amersfoort al mijn eerste Raddes gezien, maar dat was er een die zich uiterst lastig liet zien. Deze was volgens de waarnemers van daags er voor, prima te doen. Raddes Boszanger is een trekvogel, die vanuit de Siberische taïga in de herfst naar ZO Azië trekt. Gelukkig voor ons neemt er sporadisch wel eens een de verkeerde afslag en komt dan bij ons terecht. Zo ook deze vogel, die zich inderdaad prachtig liet zien. Hieronder volgen een paar opnames. Let met name op de heldere lichte wenkbrauwstreep, de donkere oogstreep, de gevlekte oorstreek en de abrikoos-beige gekleurde anaal-streek.
Medio oktober werd er in de kop van Drenthe een Geelbrauwgors ontdekt. Het was pas de tweede voor Nederland, na eentje in oktober 1982. Een prachtige soort uit O-Siberië, maar ik zag toch enigszins tegen de afstand op. Maandagochtend 24 oktober stuurde ik Frans een berichtje, of hij de volgende ochtend mee wilde naar het Noorden. Hij kon helaas niet, omdat hij samen met zijn zus Maria een observatiehut had geboekt. "Dan kan ik net zo goed nu gaan", zei ik tegen Annemiek. Ik stuurde Frans nog een kort berichtje, waarop er vrijwel direct een reactie terug kwam "maar dan kan ik mee" luidde de tekst.
Wij hebben de vogel zo'n negen minuten goed in beeld gehad, totdat deze werd opgeschrikt en weer terug over de greppel, de berm in dook. Na ons vertrek is hij voor donker nog een keer gezien. Dinsdagochtend,
Het zijn prachtig getekende uilen, met grote oorpluimen. Ze hebben een oranje iris, evenals de Oehoe, wat kenmerkend is voor uilen die in de schemering jagen.
November 2022 was voor mij de "Wolven-maand". Al de nodige weken daarvoor, zag ik op het internet steeds mooiere opnames voorbij komen van met name eerste jaars Wolven in Nationale Park De Hoge Veluwe. Die wilde ik wel eens met eigen ogen zien. Het was al een klein wonder, dat de Wolf zich gesetteld had in ons kleine, door heel veel wegen doorsneden landje en dan ook nog terecht was gekomen binnen het hekwerk van de Hoge Veluwe, het moest niet gekker worden. Het Wolvenpaar, dat afgelopen jaar jongen kreeg binnen het Nationale Park, schijnt of door een gat in het hekwerk, of door een openstaand hek, het Park binnengekomen te zijn.
Ik had dan wel mijn eerste Wolf gezien, maar allemachtig wat een pech, dat Annemiek en ik net elders waren, toen hij zich prachtig heeft laten zien aan een aantal waarnemers en allerlei dag-bezoekers die op weg waren naar een van de uitgangen. De dag er na (wij logeerden een nachtje in een hotel in de buurt van het Park), was er geen Wolf te zien en moesten wij het doen met een paar Raven.
Ik ontmoette er o.a. wel Vincent van 't Hof, in zijn vrije tijd wildlife fotograaf, die de voorgaande weken al fraaie opnames van een Wolf had gemaakt. Twee weken nadien, op zaterdag 19 november, trof ik hem volgens afspraak samen met zijn neef Pieter, op de parkeerplaats aan de zuidkant van de grote zandvlakte.
Nadat dit dier uit beeld verdween, ontdekte Pieter nog een Wolf langs de bosrand aan de overzijde van de zandvlakte. In de loop van de ochtend vluchtte er nog een groepje Edelherten over de zandvlakte, mogelijk verontrust door een, of meerdere Wolven.
Wij zagen ze na deze twee waarnemingen echter niet meer die dag. Met het ondergaan van de zon, kwam ook aan deze mooie dag binnen het Nationale Park de Hoge Veluwe weer een einde. * Voor mooie
Medio november leverde een rondje Scheveningen Haven een paar leuke soorten op, met een Brilduiker en een Roodkeelduiker in vlucht en een Alk ter plaatse.
28 November zwom er een Kleine Alk via de Buitenhaven, uiteindelijk de Eerste Binnen haven in. KleineAlken zijn erg leuke vogels uit het Hoge Noorden, die hier in de wintermaanden jaarlijks in kleine aantallen wel te zien zijn. Doorgaans hebben zij al zoveel vetreserves opgebrand wanneer zij bij onze kusten en havens arriveren, dat velen het niet redden. Kort voor donker probeerde een listige Fuut in de Eerste Binnenhaven, het Alkje van onder water te verschalken. Gelukkig had die het op tijd door en ontsprong net de dans.
7 December foerageerde er een mooi mannetje Sneeuwgors op de basaltblokken bij het Noorder strandje. Het beestje was nog een beetje in zomerkleed, wat het kleed wat contrastrijker maakte. De grote groep van ruim 25 Sneeuwgorzen, pleisterde na een tussenstop van enkele dagen bij de opgang van de Zandmotor, wederom bij Slag Vluchtenburg tussen 's Gravenzande en Hoek van Holland.
Een week later, tijdens een verrassende periode met lichte vorst in december, liet een vrouwtje IJsvogel zich mooi zien in een slootje dichtbij ons huis. Aanvankelijk actief jagend -eerste foto met stekelbaarsje-, daarna poetsend en rustend in het struweel.
Op 21 december besloot ik om toch maar eens de Grijze Wouw bij Renesse te gaan bekijken. De vogel verbleef er al ruim een week en leek zich daar gesetteld te hebben voor de daar op volgende weken. Grijze Wouw zag ik één keer eerder bij Kootwijkerzand, samen met Frans. De Grijze Wouw is nogal een aparte, hij is beduidend kleiner dan de Zwarte en Rode Wouw, heeft meer het formaat van een Boomvalk en bidt als een Torenvalk. Het is een prachtig getekende vogel, met een lichtblauw-grijze bovenzijde en grotendeels zwarte armdekveren, witte onderzijde met zwarte handpennen en iets grijzig getinte armpennen. De kop is wit met en een zwart masker rond een amber-rood gekleurd oog. De poten zijn kort en geel gekleurd.
De soort breidt zich vanuit Spanje en Zuid-Frankrijk langzaam noordwaarts uit. Bij aankomst op locatie de vogel net op zien vliegen vanuit een boomtopje, maar na het nodige zoekwerk, de vogel zelf weer terug kunnen vinden. Even later weer opvliegend en kort daarna actief jagend boven het iets westelijker gelegen veld, met aan de horizon een bosrand. Dit tot enthousiasme van het inmiddels al aardige aantal waarnemers, waaronder "Kiekjesdief" Wim uit Scheveningen. Afsluitend nog wat opnames van de foeragerende Grijze Wouw, met als slachtoffer een onfortuinlijke vogel.
6 opmerkingen:
Hoi John,
Het leukste vind ik natuurlijk weer de "gewone" ransuil, de kleine alk en de grijze wouw....
Maar lekkere blog hoor met hele stoere soorten.
groetjes,
Maria
Wat een hoop mooie dieren heb je weer weten vast te leggen. Erg leuk om te lezen!
Wat een gevarieerd blog met hele mooie soorten! Als de ijsvogel bij jullie zich weer laat zien dan neem ik aan dat je me even inseint! De foto's zijn weer spectaculair. Wat een geluk hadden we met die geelbrauwgors!
Groetjes
Frans
Wouw. Vooral die laatste foto spreekt mij als aankomend 'roofvogelaar' bijzonder aan. Een beetje jaloers wel....
Mooie foto's en informatieve tekst er weer bij. Ik ga voor beide gorzen. Mooie vogeltjes om te zien. De wolf kan me gestolen worden haha. Ieder z'n favoriet 😉
John goed bezig, wat een leuke verslagen en mooie platen!
Pietplaat.
Een reactie posten