vrijdag 16 december 2022

Zomer 2022 o.a. een Roodpootvalk en Dassen

Vanwege privé omstandigheden, was er de afgelopen zomer wat minder tijd om de natuur in te gaan, dan normaal. Op 10 juli kon ik begin van de avond gelukkig toch nog even naar de Bergboezem e.o. bij Berkel en Rodenrijs voor een Ralreiger. De soort wordt vooral gezien in landen rondom de Middellandse Zee. In Turkije en Griekenland had ik er al aardig wat gezien. Het is een niet al te grote, prachtige voornamelijk wit en beige gekleurde reiger, met vrij lange kopveren. 


Het was een prachtige zomeravond, met vrij hard licht en een Ralreiger, die aan de overzijde van de vaart vrijwel doorlopend in de schaduw foerageerde. De Ralreiger bleek een fanatieke jager, die geregeld een visje te pakken had. 



Op een gegeven moment nam de vogel na een korte poetsbeurt, een soort van baltshouding aan, met de hals vrij laag en lang gestrekt en de vleugels deels omhoog gehouden. Kort hierna zette hij, ter verhoging van de feestvreugde, ook nog maar even de kopveren fraai op, om vervolgens plotsklaps op te vliegen en een stukje verder weer in te vallen. 




Ik maakte nog snel een paar opnames en besloot toen, om weer op huis aan te gaan. Dit met het prettige gevoel, dat ik na lange tijd weer eens een mooie Ralreiger had gezien in al zijn gedragingen. 

Bij het enige bij ons bekende Boomvalken broedsel binnen de stadsgrens van Den Haag, kon ik slechts een paar keer even snel langs gaan (zie voor eerdere waarnemingen van Boomvalken met hun jongen, voorgaande jaren). Op een mooie ochtend wisselde ik op de Boomvalken plek wat ervaringen uit met mede vogelaar Stefan, die mij tipte over een leuke Dassen-locatie in de provincie Utrecht. Dat bleek een prima tip te zijn. Zowel op 13, als op 16 augustus heb ik voor het eerst van mijn leven, Dassen heel mooi kunnen zien. Op 13 augustus trof ik er o.a. Martin van der Schalk en Johan van der Louw, die al iets eerder bekend waren met deze plek. De Dassenburcht scheen zich te bevinden aan de overzijde van een groot veld, onder de bomen iets rechts van de hoek waar wij op uit keken. Martin, met petje, links op de foto en Johan zittend op een campingstoel.


Zo'n drie kwartier voor het aanbreken van de schemering, lieten de eerste twee Dassen zich voorzichtig zien, nog half in en net voor de ondergroei van de bosrand. Na wat behoedzame eerste meters, werd er onverwachts doorgeschakeld naar een pittige draf, wat bijna op rennen leek. Ze bereikten daardoor snel de voornamelijk met braamstruiken overwoekerde greppel rechts voor ons (zichtbaar op de laatste van volgende vijf foto's) en staken daar de weg over naar het aangrenzende maisveld, op zoek naar voedsel. 






Kort nadat de laatste Dassen (we telden er die avond vijf) in het maisveld waren verdwenen, verschenen er drie Reeën, waaronder een geheel donker getinte ofwel zwart gekleurde Ree, aan de rand van het maisveld. Ooit zag ik in een heide gebied bij Havelte een dergelijke kleurvariëteit, welke geduid wordt als melanisme. "Bij melanistische Reeën ontbreken o.a. de zo kenmerkende witte haren bij de onderlip. Melanistische reekalveren zijn vaak de eerste maanden chocoladebruin van kleur. Pas na hun eerste haarwisseling wordt hun kleur diepzwart". * James van Leuven in zijn met prachtige foto's fraai geïllustreerde boek, -Ree kleurrijk zwart- . 




Tot slot nog een paar foto's van Dassen op deze locatie, een paar avonden later. We telden er toen zeven, waarvan er een paar ook via de greppel en tunneltjes onder de weg door hun weg vonden naar het maisveld. Een van de foto's toont een Das, die middels zijn/haar reuk, de omgeving verkent. Dassen hebben een slecht gezichtsvermogen, maar des te beter functioneert hun reukorgaan. Die avond bleven er ook op weg naar de greppel, nog twee Dassen een paar seconden naar ons waarnemers staan "kijken".





Medio augustus verbleven er een paar dagen twee Lachsterns in de Nieuwe Driemanspolder bij Zoetermeer, een juveniele vogel en een adult.  De Lachstern is een vrij grote stern met een opvallende wat meeuw-achtige vlucht, een niet al te lange, maar stevige zwarte snavel en lange zwarte poten. Ze hebben hun voornaamste broedgebieden in Zuid en Zuid-Oost Europa en trekken vandaar naar hun overwinteringsgebieden in Afrika. Broedt in Noord Europa in vrij kleine aantallen. 





Jaarlijks pleisteren er in de nazomer voor korte tijd een stuk of twintig van deze vogels in de kop van Noord Holland. Het jong en de oudervogel in de Nieuwe Driemanspolder waren, weliswaar van enige afstand, prima te zien. De oudervogel bracht het jong geregeld een vers gevangen prooi, meestal een kikker, een pad, of een groot insect, zoals een libel. Ze jagen daarbij in een ontspannen vlucht laag boven het wateroppervlak, of de vegetatie. Beide vogels verbleven hier een kleine week. De laatste foto toont een jonge Zwarte Stern, net achter een Visdief rustend, opgemerkt door een van de andere waarnemers.




Woensdagochtend 7 september was ik al vroeg in het natuurreservaat de Rhoonse Grienden, waar de avond er voor nog een jonge Roodpootvalk was gezien. Gelukkig was deze prachtige jonge valk nog aanwezig. Aanvankelijk kon ik haar/hem niet vinden, maar op een van de laatste rij palen (daar geplaatst om o.a.wilgentakken te bundelen en op te slaan) wat verder het gebied in, zag ik opeens deze prachtig getekende kleine valk zitten. 




Het was die dag, zo'n prachtige septemberochtend, met een wat heiige lucht, waar de zon al snel doorheen brak. De Roodpootvalk zat wat om zich heen te kijken en was totaal niet onder de indruk van onze aanwezigheid. Er waren namelijk inmiddels nog enkele vogelaars gearriveerd.
Iedereen hield zich keurig aan een veilige afstand: belangrijk voor de vogel zelf, voor diegenen die nog onderweg waren en ook voor ons zelf. Na een uitgebreide poetsbeurt begon de Roodpootvalk wat rek -en strekoefeningen te doen, wat een aantal mooie beelden opleverde. 





Roodpootvalken hebben hun broedgebieden in Oost Europa en trekken in de nazomer naar hun overwintering gebieden in Afrika. Met name juveniele vogels raken dan nogal eens van de trekroute af en zijn dan ook bij ons te zien. Onze jonge Roodpoot was zo langzaamaan klaar voor de jacht en dat betekende niet veel goeds voor de locale woelmuizen, mollen, veenmollen etc. De valk bekeek zijn jachtterrein nog even van verschillende kanten, koos ook even het luchtruim voor een beter overzicht en sloeg toen toe. 




In korte tijd verorberde hij twee prooien, om vervolgens even te gaan uitbuiken op een van de vele houten palen. Voor mij een mooi moment om huiswaarts te gaan. Dit is wat vogelen o.a. zo mooi maakt, om een dergelijke prachtig getekende roofvogel in al zijn facetten en gedragingen van zo dichtbij te kunnen volgen. 






Op het Noorderstrand van Scheveningen vond ik op 13 september de Kleine Burgemeester, die hier overzomerde. De vogel was nog steeds vreselijk in de rui, maar toonde toch al de nodige veren van het tweede winterkleed. De Kleine "Burrie", die zijn broedgebied heeft in Groenland, was nogal in de weer met een wat lastig te verorberen prooi, toen er plots een Zilvermeeuw ten tonele verscheen.

Deze had ook wel trek in een lekker hapje, maar daar voelde onze Kleine Burrie niets voor. Er ontstond een fel gevecht tussen beide meeuwen,  waaruit de Kleine Burgemeester uiteindelijk zegevierend te voorschijn kwam. 





Ik voeg ter afsluiting van dit blog, nog een paar archieffoto's toe van enkele jaren geleden, van Kleine Burgemeesters in hun eerste/tweede jaars winterkleed. Deze sierlijke meeuwen uit het Hoge Noorden, met hun in alle kleden lichte vleugelpunten en lichte staart-eindband, zijn vrij zeldzame en graag geziene wintergasten aan onze kust.