woensdag 4 november 2020

Noord Noorwegen boven de Poolcirkel deel 2

Zaterdag 1 juni was het koud en nat. We besloten weer naar het stadscentrum van Tromsø te gaan, om daar het Pool museum te bezoeken. We zagen er o.a. twee prachtige films, over het Noorderlicht en over Spitsbergen, of Svalbard zoals de Noren zeggen. Na een warme koffie reden we nog even naar het Prestvannet meer, wat hoger in de stad gelegen. Het was er nog kouder dan een paar dagen daarvoor, maar de Roodkeelduikers waren wat verder op het meer bezig met hun balts ritueel, waarbij ze hun hals helemaal strekten en over het wateroppervlak sprinten. Tevens nog een mannetje Kemphaan in zomerkleed en een Strandlopertje in kort beeld.






         



Zondag is het wederom bewolkt, regenachtig en waterkoud bij 5-6 graden. We gaan toch op pad, om de botanische tuin van de universiteit te bezoeken. Het grootste deel van de tuin bestond uit rotstuinen met uiteraard de nodige Alpiene flora. Hieronder een drietal impressies.

  



Na weer wat opgewarmd te zijn bij een warme koffie met Noorse wafel, in een knus en gezellig koffiehuisje aan de rand van de tuin, reden we naar Tisnes voor "de steltloper tip" van Olaf. Eenmaal op 
de locatie, zag ik een vrouw Kemphaan en naast een Boerenzwaluw, ook nog twee Oeverzwaluwen.





Volgens een Brit, die vertelde dat hij hier al 50 jaar woont, waren "de Boertjes" hier net een week eerder aangekomen uit het verre zuiden. Hij tipte mij nog acht Kemphanen bij een plasje iets verderop.
Op weg er naar toe kwam ik nog langs een scheepswrak en zag kort hierna het dicht bij de kust gelegen plasje. 


De weilanden er omheen waren afgezet met hekwerk, zodat de vogels een veilig rustgebied hadden. Waarachtig, daar liepen een aantal Kemphaan mannen in "Carnavalskleed". Wel een bijzonder gezicht, die Kemphanen met hun verschillende kleurrijke kleden. Toen er eenmaal een vrouwtje in beeld kwam, gingen de heren helemaal uit hun dak. Bij al dit "theater", viel mijn oog opeens een kleine vogel, die aan het badderen was: een Grauwe Franjepoot in zomerkleed! Dat was wel een erg leuke "bijvangst".
































Op de weg terug naar de auto, langs de oever nog twee Bonte Strandlopers, Arctische ondersoort Alpina, met wat meer donkere veren op de buik. Eenmaal weer op de terugweg naar Tromsø stuiten we nog op een paar rendieren. 



Die avond pakken we de koffers voor onze tweede vakantie week in Sortland op Langøya, iets ten noorden van de Lofoten. De volgende ochtend, maandag 3 juni vertrekken wij uit Tromsø en rijden eerst zuidwaarts naar Nordkjosbotn, waar we op de Noordkaap route de E6 komen, die we naar het Zuid Westen oprijden richting Narvik, via het prachtige berglandschap in de omgeving van Setermoen. We pauzeren daar even, om nog wat meer van het landschap te genieten. Voor je gevoel ga je hier in Noord Noorwegen zo'n drie maanden terug in de tijd. Langzaam verdwijnt de sneeuw en lopen de knoppen van de boomtakken uit. Ik ontdek nog een Bonte Vliegenvanger en zie een Oeverloper over het besneeuwde oppervlak van een meer vliegen en op de andere oever invallen. 






Kort voor Narvik gaan we westwaarts, om uiteindelijk via de zuidelijke route het eiland Hinnøya, achter ons te laten en via een van de fraaie boogbruggen Sortland op Langøya binnen te rijden. Sortland wordt wel de blauwe stad genoemd, omdat veel van de huizen er blauw geverfd zijn.


Ons mooie logies ligt iets ten zuiden van het stadje. We worden er hartelijk welkom geheten door Inger en zijn Poolse vrouw Dorotha. Het gastenverblijf is feitelijk hun oude woning, waaraan zij later hun huidige woning hebben gebouwd. Het uitzicht vanuit de woonkamer is prachtig. Je kijkt uit over het gazon en ziet een deel van het fjord en de bergen aan de overkant daarvan. Het zijn de voorlopers van het Lofoten gebergte. Op het gazon staat een feeder voor de vogels, waaronder we direct een paartje Noordse Goudvinken zien foerageren. De Noordse Goudvink is iets groter, helderder roze-rood en lichter grijs, dan de vogels bij ons. 




De volgende dag gaan we wat boodschappen doen en het stadje een beetje verkennen. Na de lange 
reisdag van de dag er voor en de walvissafari op woensdag, doen we het wat rustig aan die dag.
Woensdagochtend 5 juni gaan we om 6.30 uur op weg naar Andenes voor de walvissen. Een rit van bijna twee uur. Andenes ligt op de noordelijkste punt van het eiland Andøya en is te bereiken via een brug naar het westelijke deel van Hinnøya, vandaar noordwaarts en dan via een brug noordwestwaarts naar onze eindbestemming op Andøya. Op nog een goed kwartier van Andenes, spot Annemiek opeens drie Elanden niet al te ver van de weg. 




Na een korte stop voor wat foto's van de drie nog vrij jonge dieren, door Inger later omschreven als "pubers", die door hun ouders verstoten zijn en het nu verder zelf maar moeten zien te rooien, rijden we weer door en komen keurig op tijd aan bij het Walvis informatie centrum. 
De bewolking en soms motregen, hadden plaats gemaakt voor steeds meer opklaringen en er stond vrijwel geen wind. Toch hoorden wij aan de balie, dat de kapitein formeel nog zijn toestemming moest geven voor de tocht. We waren erg verbaasd, omdat het nota bene windkracht 2 was die ochtend. Een Nederlandse jongeman, die daar sinds kort als vrijwilliger werkte, legde ons uit dat er ook bij weinig wind nog een gevaarlijke stroming kan staan op de oceaan. "Wij willen n.l. niet dat jullie allemaal kotsend over boord hangen bij een te heftige stroming" was zijn uitleg. Gelukkig stond die stroming er niet/nauwelijks en kon de trip dus doorgaan.

We kregen echter eerst allemaal nog een rondleiding door het walvismuseum. 
De rondleiding was echt de moeite waard, met prima uitleg over met name de levenswijze van Potvissen/Spermwhales. De Potvis is een tandwalvis, die in de diepzee op grote pijlinktvissen jaagt.
Potvissen kunnen slecht zien, maar met hun sensor, vinden ze feilloos de enorme inktvissen. Ze kunnen wel tot 2000 meter diepte duiken. Een tand van het dier, maar vooral het enorme skelet, met rechts het grote blaasgat, zijn imponerend.




Dan is daar eindelijk het moment van inschepen en zoekt een ieder een zo goed mogelijke plek op het dek. Er gaan twee vrouwelijke gidsen van het infocentrum mee aan boord. Zij zullen ons tijdens de trip nog van de nodige informatie voorzien en tevens koffie en thee voor ons maken. De kapitein heeft uiteraard de verantwoordelijkheid over het schip en zal proberen voor ons walvissen te lokaliseren. Met behulp van moderne apparatuur kan hij peilen in welke richting hij moet koersen voor het vinden van een walvis. Tenminste als die ergens in de buurt aan de oppervlakte komen. 
De eerste mijlen hebben we nog een prachtig gezicht op de ruige kust van Andøya, met rechts het vogeleiland Bleik, waar het o.a. wemelt van de Zeearenden, aldus de Nederlandse jongeman van het infocentrum. Een eenzame Papegaaiduiker zet koers naar open zee. Ik zie nog een Jan van Gent en een Noordse Stormvogel, maar van Walvissen geen spoor. 



Dan na een klein uur op zee, klinkt het verlossende woord van een van de gidsen, dat de kapitein een walvis heeft gelokaliseerd. We koersen er op af en terwijl de boot vaart mindert, zien we onze eerste Potvis. 


Deze imposante dieren met hun lengte van 18 meter, blijven ongeveer 10 minuten aan de oppervlakte om wat tot rust te komen en zuurstof te tanken voor de volgende duik. De kapitein hield het schip steeds op zo'n afstand, dat het dier zich niet bedreigd voelde en wij hem/haar goed konden zien. De foto's die ik in dit blog laat zien, zij dan ook uitsneden van het origineel.
Potvissen hebben een driehoekige bult -op de foto hierboven goed zichtbaar- ter hoogte van 2/3 van hun lichaam. De kapitein weet uit ervaring wanneer de Potvis gaat duiken en roept kort daarvoor "dives!" Iedereen wacht dan op het moment suprême. 





Na dit fascinerende en adembenemende schouwspel, zie ik enige minuten later een Jan van Gent niet al te ver van de boot. Min of meer een teken van 'weer bij de les blijven', want kort hierna wordt er een school Grienden/Pilot Whales gezien. 





Grienden behoren tot dezelfde subfamilie als de Witlipdolfijn, Zwarte Zwaardwalvis en Grijze Dolfijn.
Ze hebben een vrij stompe bolle kop, tonen van afstand voornamelijk zwart en hebben een driehoekige wat gebogen rugvin. Achter de rugvin is een wit zadel zichtbaar en op de buik een wit anker. De flippers zijn van voren geplaatst, lang en met een cirkelvormige bocht. Een volwassen mannetje kan 7, 5 meter lang zijn.

 
Bij Grienden zit het oog net boven de mondhoek, wat hierboven op een uitsnede van de eerdere foto, 
goed te zien is. Het zijn sociale dieren, die in familiegroepen leven en nieuwsgierig en speels zijn. Zo zagen wij deze walvissen onze boot steeds dichter naderen. Ze kwamen zelfs zo dichtbij, dat je ze ook deels onder water kon zien. 




Nog maar net bekomen van dit spektakel, of er klonk weer een kreet "Whale in front!" Er werd een 
tweede Potvis gespot, die nog maar net aan de oppervlakte was gekomen. Beelden van die Spermwhale komen in het derde en laatste deel van Noord Noorwegen, omdat de verdeling van het aantal foto's over 
de drie delen dan meer in evenwicht is.