vrijdag 15 december 2023

Rügen en Putzar in de voormalige DDR en Pruisen

Van 6 tot 23 juni bezochten wij Rügen en de regio Mecklenburg Vorpommern rondom het agrarische dorpje Putzar in het Noord Oosten van Duitsland, met ook nog een dagbezoek aan Świnoujście in het uiterste Noord Westen van Polen. Naast te verwachten roofvogels als Zeearend, Rode -Zwarte Wouw en kleine groepjes Kraanvogels, waren er ook culturele en historische bijzonderheden. 



Op Rügen, vermaard om de prachtige krijtrotsen met haar zeldzame kust-beukenbossen, als ook de enorme aantallen pleisterende Kraanvogels in de herfst, logeerden wij in een rustig vakantiepark in Vieregge, gelegen aan een van de vele binnenwateren, die Rügen rijk is. 


Daags na onze aankomst hoorde ik vanuit de badkamer al Kraanvogels en vond een paartje ver weg op een van de aangrenzende akkers. Veel dichterbij op het terrein van het vakantiepark, zag en hoorde ik een vogeltje, waar ik nog niet eerder bewust naar had gezocht. Dit moest echter toch echt wel een Bosrietzanger zijn. Zowel de zang, die ik had opgenomen, als de foto's die ik maakte, vormden m.i. voldoende bewijs voor deze soort. 



Bij een van de eerste autotochtjes die wij op het eiland maakten, kwamen wij langs Prora, waar ooit door Adolf Hitler tijdens het Nazi bewind opdracht was gegeven voor de bouw van een lint van appartementen voor militairen en hun gezinnen van maar liefst vier kilometer lengte. Inmiddels zijn vrijwel al deze appartementen grondig gerenoveerd. Daar waar bouwvakkers nog druk in de weer waren met de laatste blokken van de oorspronkelijke bouw, zag ik een Bonte Kraai op een van de daken zitten. 



De volgende ochtend hoorde ik een hoop gekrijs, dat kwam uit de richting van het rode havengebouw. Al snel bleek, dat een Stormmeeuw koppel een wel erg onhandige plek had uitgekozen voor hun nest; n.l. in een schuine knik van het rieten dak. Met als gevolg, dat er nu een jong naar beneden was gekukeld, waar het beschermd werd door een van de ouder vogels. 



Terugzetten was geen optie vanwege de lastige plek en zou ook geen nut hebben, omdat het dan vrijwel zeker opnieuw mis zou gaan. Een tweede jong ging ook al op het gevaarlijke pad, maar werd nog met veel gekrijs terug gelokt naar het nest. 



De havenmeester en ik waren het met elkaar eens: een dure les voor deze Stormmeeuwen, die vrijwel zeker hun jongen zouden verliezen en beter hun nest hadden kunnen bouwen tussen de meeuwen kolonie aan de overkant van het water. Op een van de eerste avonden in Putzar zag ik al een paar Reeën, waarvan er na al snel bleek, een behoorlijke populatie moest zijn. 


Daags hierna liep het bezoek aan de supermarkt in het naburige Friedland aanzienlijke vertraging op, vanwege een onverwachte roofvogel "show". We waren nog maar net het dorp uit, of rechts van ons vlogen een aantal Rode Wouwen laag over een akker. De eerste gedachte die bij mij op kwam, terwijl ik de auto tegen de berm aan parkeerde, was een slaapplaats van Rode Wouw. 



Die gedachte kon ik al snel loslaten, toen wij de ene na de andere roofvogel midden in het veld met hoge grassen en bonte wikke zagen invallen. Dit tafereel kon maar één ding betekenen: er moest daar een kadaver liggen. Helaas was door de afstand en het hoge gras niet te zien wat het was, maar toen ook Zwarte Wouw, Buizerd en Zeearend op het toneel verschenen, kon het bijna niet iets anders zijn dan een Ree. 





De Zeearenden, zowel adulte als jongere vogels, waren beduidend schuwer dan de Wouwen. Ondanks dat wij vanuit de auto, als rijdende schuilhut, bleven observeren en fotograferen, dorsten de Arenden tijdens onze aanwezigheid toch niet naar de grond te gaan. 





Het was een prachtig spektakel en een ware roofvogel show, met ook nog een Vos die begin van de avond even kwam kijken, of er nog iets te eten over was. 


De avond daarop was het echt "golden hour", tijdens mijn min of meer vaste route in de naaste omgeving van Putzar. Een Kraanvogel koppel was rustig aan het foerageren in een naburig weiland en vormden daarbij een mooi contrast met de omgeving. 



Een van mijn Duitse vogelboeken noemt o.a. de Galenbecker See als een belangrijk natuurgebied voor watervogels, als ook Vis - en Zeearenden. Een tochtje om dat nog tamelijk uitgestrekte meer, leverde nog wat leuke waarnemingen op van een Visarenden nest met jong en een Zeearenden nest met twee jongen. 




Mijn dagelijkse "after dinner" vogelrondje van 16 juni zal ik niet snel vergeten, omdat de ene na de andere waarneming viel te noteren. Het leverde dan bij benadering het volgende rijtje op: jonge Ooievaars op het nest net buiten het dorp en een adulte vogel in het weiland, een Appelvink, een Groenling, een juveniel Paapje en warempel een Grauwe Klauwier. 







Deze laatste vloog ineens voor de auto langs en vond ik gelukkig terug op een prikkeldraad rustend, alwaar hij na korte tijd ook een braakbal opgaf. 




Verder zong een Grauwe Gors zoals iedere avond, zijn vaste strofe vanaf een telegraafdraad en zag ik nog een Ree en een groep Kraanvogels. 





De volgende avond was minder spectaculair, maar wel leuk met een juveniele Zwarte Wouw op het dak van een schuur, een Reegeit met jong en een Kraanvogel paar.






Voor zondagochtend 16 juni had Annemiek een "Wasserfluss" excursie geboekt met een op accu-stroom aangedreven boot, over de rivier de Peene. We vertrokken vanuit Anklam en voeren strroomopwaarts naar het dorpje Stolpe, waar nog wat oude resten van een Middeleeuws klooster te zien waren. Het was een leuke vaartocht door een bijna Biesbosch-achtig landschap, met de waarneming van een sub-adulte Zeearend, rustend in een boom langs de rivier, als imposant hoogtepunt. 


Onze schipper/excursieleider, liet op gepaste afstand de boot rustig dobberen ter hoogte van de boom met de arend, zodat iedereen aan boord deze stoere vogel goed kon zien en fotograferen. 




Eenmaal weer terug in Anklam, brachten we nog een kort bezoek aan een tentoonstelling binnen in een kerk, van Gustav en diens broer Otto Lilienthal, luchtvaartpionier en meest beroemde zoon van deze stad. Hij was uitvinder en ontwerper van vele zweefvliegtuigen. Een aantal van zijn belangrijkste test/onderzoek modellen waren in de kerk te zien. 


Het meest in het oog springend was voor mij echter een vitrine, met daarin een open-geklapt boek van zijn hand over de grondbeginselen van de vliegkunst der vogels. Zeer gedetailleerd tekent hij daarin de vleugelslagen van een ooievaar, met de nodige berekeningen daarbij. Deze kleine, maar heel informatieve en overzichtelijke tentoonstelling, was mede door het fraai binnenvallende licht door de glas-in-lood vensters, zeker een bezoek waard. Otto Lilienthal overleed helaas al op 48 jarige leeftijd, toen hij verongelukte tijdens een testvlucht in de omgeving van Berlijn. 



Als afsluiting van dit blog over onze vakantie in het noordoosten van Duitsland, nog een paar foto's van mijn laatste avondronde aldaar: een sfeerplaatje van een man Geelgors, die vrij ver weg boven op een stapel boomstammen zat en een moeder Ree met twee kalfjes, op nog geen paar honderd meter van ons logies en al binnen de dorpsgrens van Putzar.