dinsdag 10 augustus 2021

Jaaroverzicht 2020, zomer en herfst

De derde Coronagolf, het Europese kampioenschap voetbal, "dansen met Jansen", de daarop volgende besmetting uitbraak, de Tour de France en op het moment van schrijven, de Olympische spelen in Japan, zorgden indirect voor de nodige vertraging bij de opmaak van het blog over de tweede helft van 2020. Het laatste blog eindigde met het gedreven IJsvogel paar en hun jongen, hier bij ons in de buurt. Het koppel ging vol voor een tweede broedsel en leek dezelfde broedgang weer te gebruiken. 







Tegen het eind van de maand Juli, werd echter duidelijk dat er iets mis was. Het vrouwtje werd niet meer gezien en het mannetje steeds minder en als hij er al was, dan werd er niet meer aangevlogen naar de nestgang. Kortom, het broedsel was verstoord, doordat het vrouwtje aan predatie ten prooi was gevallen en/of dat er een indringer in/bij het hol was geweest. Denk daarbij aan Bruine Rat, Vos, een Marterachtige, of ongenode bezoekers op het eiland. Tijdens het posten, vormde een vrouwtje Zwartkop tussen de bramen nog een welkome afleiding. 


De waarnemingen van een IJsvogel in de buurt van het eiland werden steeds schaarser en begin augustus was het voor het laatst, dat ik er nog één hoorde en zag. 


Begin augustus ging ik met Annemiek een dagje naar de Brabantse Biesbosch. De wilde flora bloeide uitbundig, wat weer allerlei insecten aantrok, zoals de prachtig getekende Koninginnenpage. Een jonge Buizerd bleef onverstoorbaar zitten op een hekwerk bij grazende paarden. 




In de vroege ochtend van 17 augustus lukte het om een keer een Waterrietzanger mooi te zien in de polders ten noorden van de Zevenhuizerplas. Het is een fraai getekende zangvogel uit oost Europa, die je hier sporadisch kunt zien op doortrek in de nazomer.  



Vijf dagen later dagen reed ik samen met Annemiek naar het zuid oosten van Brabant voor een Klein Waterhoen, in combinatie met een wandeling over een van de heide gebieden in de omgeving van Valkenswaard. Het Klein Waterhoen scharrelde wat rond tussen de waterlelie-bladen in een kleinschalig rietveld bij Budeldorplein. Het beestje maakte een wat versufte indruk op mij, na twintig minuten leek hij weer wat actiever te worden. 




Het verbaasde mij echter niet, dat een dag of vijf nadien, het bericht kwam dat hij voor de ogen van Phil Koken in elkaar was gezakt en was overleden. Vermoedelijk bezweken aan een of andere virusinfectie. Wel triest, het was echt een mooi beestje. Na ons bezoek aan de Klein Waterhoen locatie, hebben we na een relaxte stop bij een locale theetuin, een pittige wandeling gemaakt door een mooi natuurgebied met o.a. veel bloeiende heide en diverse vennen. Bij een van de vennen zag ik plots door de takken van een half in het water hangende naaldboom, het silhouet van een Zwarte Ooievaar. Behoedzaam liep ik wat naar rechts om de vogel vrij in beeld te krijgen. Dat lukte en ik riep met gedempte stem terwijl ik achterom keek, Annemiek tot twee maal toe, dat er een Zwarte Ooievaar in beeld was. 



Toen ik weer voor me uit keek, vloog het beest op en restte er niets anders dan snel wat vluchtopnames te maken. Weer een mooi leermoment dit. 
Medio september gingen Annemiek, haar zus Marijke en ik voor twee weken met vakantie naar Schoonloo in Drenthe. De tweede Corona golf zorgde in de kustprovincies al voor aardig wat rode cijfers, maar in de drie noordelijke provincies Groningen, Friesland en Drenthe viel het tot dan toe nog mee. Bij het plaatsje Oranje ligt een bijzondere vogelhut, die je bereikt via een ondergrondse tunnel van bijna 200 meter.
Via een wenteltrap kom je in de kijkhut, waarvandaan je mooi zicht hebt over het plas dras gebied Diependal. Voor de hut is een dode boom neergezet, waar deze keer een hele groep Spreeuwen in zat. 


De Visarend is daar in het broedseizoen met enig geluk ook te zien. Daags hierna ontdekte ik er een bij de Bantpolder in NO Groningen, die wij een uur later terugvonden plukkend aan een prooi op een akker. 
Hij zat ver weg, wat met de hittetrilling (het was ruim 30 graden) uiteindelijk niet meer dan een aardige bewijsplaat opleverde. 


Een paar dagen nadien, ging ik wat vogelen bij het Zuidlaardermeer en omliggende polders. Opeens gingen alle ganzen aan de oostzijde de lucht in en jawel, daar hadden we zowaar een Zeerand. De nog jonge vogel, vermoedelijk een 2e kalenderjaar (Kj), kwam recht op de observatie post af. Zo snel ik kon heb ik mijn camera te voorschijn gehaald en moest echt snel handelen (daardoor geen tijd voor juiste belichting), omdat de arend er aardig de vaart in had. De libel op de daaropvolgende foto is vermoedelijk een rode heidelibel. 



Op 21 september nam ik de fiets mee achterop de auto, voor een bezoek aan het Dwingelderveld. Met de dames sprak ik een rendezvous af in het centrum van Dwingeloo. 


Behalve lekker fietsen, zocht ik ook naar met name Grauwe Klauwier en Kraanvogels. De twee jonge Klauwieren vond ik na enig zoeken, de Kraanvogels waren minder makkelijk te vinden. Uiteindelijk ontdekte ik er twee vanuit de observatie hut bij de Davidsplassen. De prachtige vogels foerageerden helaas op grote afstand. 





In een mooi kleinschalig arboretum in het natuur en landschap gebied van de Drentsche Aa, zag ik deze jonge vogel nog net tussen de takken door. 


De 23e bezochten wij net in Overijssel op korte afstand van Coevorden, de watertuinen van Ada Hofman. Prachtige tuinen, met gevarieerde waterpartijen, trapjes, verborgen hoekjes en veel, heel veel bloemen en planten. Onder andere een Eldorado voor vlinders, zoals deze Dagpauwoog. Er waren ook prachtig getekende Groene Kikkers en veel beelden van met name vogels te zien. 




Via Coevorden en de Hunebed Highway (er staan ook echt look-a-like borden a la Route 66 uit de USA langs de kant van deze mooie hoog gelegen verbindingsweg van noord naar zuid en omgekeerd). Hieronder nog een foto van het grootste Hunebed van Drenthe, gelegen naast het Hunebed museum bij Schoonloo. Als afsluiting van onze Drenthe vakantie nog twee foto's van prachtige Przewalski paarden in een van de buitengebieden van het Fochteloërveen, waar ik op een ochtend doorheen fietste. 




Nog maar net terug uit Drenthe, of ik spoedde mij op 30 september naar Katwijk voor een aldaar gemelde Noordse Boszanger. Voor mij een nieuwe soort, dus zo dicht bij onze regio een uitgelezen kans. Locatie was naast de buitenwatering tegenover de Puinhoop, in een duinpan. Het was leuk om weer een aantal bekenden te zien, maar de waarneem plek was niet al te breed en nu we inmiddels in de tweede Corona golf zaten, was het opletten geblazen met de onderlinge afstand. 


Gelukkig lukte het om een paar keer de vogel kortstondig te zien en zelfs een paar aanvaardbare foto's te maken. Wel een voordeel daarbij was mijn lichaamslengte, waardoor ik net iets meer kon zien. 




Hierna nog even gemoedelijk bijgekletst met o.a. Fred Klootwijk, Joost van der Sluijs en Jan den Hertog. Fred lag na gedane arbeid relaxed onderuit in het duin, met naast hem zijn vriendin, rechts Rein en links Joost. 


Twee dagen later op 2 oktober, was het weer alle hens aan dek: George Tanis meldde een Goudlijster! bij Ouddorp. Een uiterst zeldzame soort voor West Europa, deze lijster uit Siberië, dus zo snel mogelijk de spullen gepakt en naar Goeree-Overflakkee gereden. Het was een drukte van belang op de locatie, er werd echter goed afstand gehouden van elkaar en we probeerden het mondkapje op te houden voor zover dat ging (zeker met bril op, heb je al snel kans op beslaan van de glazen). 


De Goudlijster zou zich ophouden in de tuin en rondom het buitenhuis van de bekende DJ Armin van Buren. De woning ligt in een binnenduingebied deels omgeven door bomen en bossages. Een aantal vogelaars had de lijster al een, of twee keer kort in vlucht gezien. Na een klein uur, klonk er geschreeuw uit het bos links, dat de vogel gezien werd. Frans spoedde zich er heen, terwijl ik op mijn positie rechts voor het toegangshek bleef, in  de hoop dat de Goudlijster de tuin in zou vliegen. Nee dus, hij bleek hoog tussen de takken verdwenen te zijn. Frans kwam echter stralend terug, dat hij de vogel op de rug gezien had in vlucht. Ik baalde natuurlijk van de verkeerde keuze en moest dan maar hopen, op een nieuwe kans. Die kwam er Goddank na anderhalf uur wachten rond een uur of vier. Opeens werd er geschreeuwd door vogelaars achter mij, die wat hoger tegen het duin op stonden. Hij kwam van rechts achter de woning vandaan de tuin ingevlogen. 


Ik kreeg hem in beeld toen hij vrij laag achter de drie kleine naaldbomen langs vloog. De rug met een schub patroon en kleur als van bladgoud was goed te zien. Kort voor de Goudlijster inviel, zag ik de zo kenmerkende ondervleugel met het zwart wit patroon en de bruin gouden achterrand. Een uitsnede van een door Jacob Molenaar gemaakte foto tijdens de waarneming van anderhalf uur eerder toont heel mooi de rechter ondervleugel. 


Helaas landde de lijster links in de ondergroei en niet op het gazon daarvoor. Hij was even snel verdwenen, als hij te voorschijn was gekomen. Van de Siberische Lijsters staat deze bekend als zijnde zeer schuw en zich verstoppend in de lage vegetatie. Hieronder nog een foto van een blz. uit de ANWB vogelgids en een foto van bekende medewaarnemers Frank Roos, Pieter Hilgerman, Co van der Wardt, Jan den Hertog en Johan van der Louw na het "moment suprême".
































Dit zou tevens de laatste goede waarneming zijn van die dag. Daags er na werd hij nog eenmaal kort gezien en daarna was de vogel gevlogen. 

Op 11 oktober was ik vol goede moed afgereisd naar de kop van Noord Holland, voor een prachtige jonge Roodpootvalk iets ten noorden van Medemblik. De vogel was die ochtend al weer een paar keer gemeld, dus dat zag er goed uit. Met nog zo'n tien kilometer te rijden checkte ik waarneming.nl weer en zag tot mijn frustratie dat de laatste melding van twee en een half uur geleden was. Die was vertrokken zo te zien, dus dat was even slikken en zien wat er verder in de kop van NH was gemeld. 

Ik zag een waarneming van Joost van der Sluijs betreffende de Steppevorkstaartplevier, die al een paar dagen rond scheen te hangen in de polders ten noorden van Groet. Dus de kop dwars overgestoken en daarna een stukje zuidwaarts naar de locatie. Aanvankelijk kon ik de vogel niet vinden, maar gelukkig zag Joost mij en kon ik met zijn aanwijzingen de plevier in beeld krijgen. Zo'n Steppevorkstaart is zeker in het weidse polderlandschap niet gemakkelijk op beeld vast te leggen, maar met enige volharding lukte het om toch een paar aardige opnames te maken. 





Eind oktober dobberde er een man IJseend voor de kop van het Zuider havenhoofd bij Scheveningen. Man IJseend is een sierlijk uitziende en mooi gekleurde eend, met verlengde staartpennen. Hieronder twee foto's gemaakt bij bewolkt weer. 



De maanden november en december verliepen voor mij relatief rustig, waar het bijzondere waarnemingen betrof. Begin december 's middags even een bezoek gebracht aan de Zuidpier van IJmuiden. Twee Drieteen-strandlopers lieten zich mooi zien op de blokken en even later dobberde er tot mijn verbazing een Wintertaling op de open zee buiten de dam. 




De soort wordt voornamelijk gezien op binnenwater achter de duinen tijdens de wintermaanden. Dit eendje vloog plotseling op, zeilde vlak voor mij over de dam en landde tussen de blokken aan de binnenzijde. De Wintertaling ging zich daar uitgebreid zitten poetsen en was prima te zien vanaf de plek, waar ik met mijn fiets stond. Zo dichtbij was fraai de diversiteit van het verenkleed te zien met de diverse kleuren. 





Op de terugweg zag ik aan de buitenzijde van de dam, nagenoeg ter hoogte van het strand, een mooie Kanoet lopen. De Kanoet is genoemd naar de Deense koning Knut, die in de 11e eeuw heerste over Groot Brittanië. Men dacht dat deze vogels uit Denemarken kwamen, wat op zich geen onlogische gedachte is gezien hun broedplaatsen in het Hoge Noorden. 


Als afsluiting van dit blog over de tweede helft van 2020 nog een paar foto's van medio december: een jonge Zeehond in de haven van Scheveningen, Wintertalingen op een duinmeer bij Noordwijkerhout, waar ook een Roodborst nog even poseerde en een Rietgors in de Nieuwe Driemanspolder bij Zoetermeer, bij het vallen van de avond.