Begin oktober verbleven wij een kleine week in Wijk aan Zee, omdat Annemiek haar jaarlijkse schildercursus vanwege Corona verplaatst was van voorjaar naar najaar. Al een dag of tien werd er zo nu en dan een vrouwelijke Walrus gezien in de Waddenzee. Op 5 oktober werd ze kort voor donker weer binnen de haven van Harlingen gezien. Ze bracht daar de nacht door rustend aan de binnenzijde van een havenpier aan de zuidzijde van de haven. Na Annemiek te hebben afgezet bij het Nivon huis, waar de cursus was, ben ik direct richting afsluitdijk gereden in de hoop, dat de Walrus in de tussentijd niet zou gaan zwemmen. Gelukkig bleek bij aankomst in Harlingen, ter hoogte van het beeld van de Stenen Man, dat ze nog lag te dutten op de blokken van de zuidelijke pier. De Walrus bleek te rusten achter een loopbrug naar een rood schip.
Vanaf de wal was het een beetje puzzelen naar het juiste richtpunt, maar eenmaal gevonden bleef "ons fotomodel" geduldig poseren. Op de tweede foto is de Walrus zichtbaar midden achter de loopbrug. Inmiddels waren Jan vd Sluis en Roy Beukers vanuit Scheveningen ook op tijd gearriveerd, om van deze zeldzaamheid in ons land te genieten.
Samen met hun ben ik vervolgens naar een iets verder gelegen havenpunt gelopen, waar ook al de nodige waarnemers stonden (zie bijgevoegde foto),
om van daaruit een ander zichtpunt te hebben. Het licht was hier wat lastiger, maar de Walrus was prima te zien. Op een geven moment deed ze eerst een paar rek en strek oefeningen en daalde toen langzaam af naar de waterlijn. Ze nam daar even een bad, maar dook niet echt de haven in om te gaan jagen. Ze kroop daarentegen weer wat hoger de wal op.
Hierna hield ik het wel voor gezien en vertrok weer naar Wijk aan Zee. Enige dagen nadat wij weer terug waren in Den Haag verbleef Freija, zoals ze genoemd werd een paar dagen binnen en rondom de marine haven bij Den Helder. Tot twee maal toe rustte ze daar langdurig op de onderzeeër Dolfijn uit de Walrus klasse. Walter Das maakte daar deze bijzonder foto van.
Via omzwervingen langs de Engelse kust en de Shetlandeilanden, was de Walrus weken later weer op weg naar huis in de Noordelijke IJszee zo leek het.
Het werd onder druk van de al maar aanzwellende groep belangstellenden, steeds lastiger om de vogel te zien, daar deze zich steeds meer schuil hield in de lage ondergroei. Na enige tijd vond ik het wel mooi geweest en ging weer op weg naar Wijk aan Zee, om Annemiek op te halen en te zien wat voor moois de dames die dag hadden geschilderd.
Het bizarre was, dat de Swinhoes slechts een paar duintjes verder werd gezien. Eerst maar even genieten van deze vogel en proberen wat mooie opnames te maken. Swinhoes Boszanger komt uit de Oost Siberische taïga en is feitelijk nog zeldzamer dan Raddes Boszanger. Hij lijkt erg veel op een Groene Fitis, maar de vleugelstreep op de grote dekveren is langer, breder en helderder. Hoe mooi de Aziaat ook was, ik moest hem wel even loslaten, om de Swinhoes te zien. Met goede aanwijzingen van Martin van der Schalk, kreeg ik gelukkig ook deze "lastige" Phyllo in beeld. In alle hectiek en gedrang tussen de duindoorns, vergat ik mijn zoomlens optimaal te gebruiken, maar a la, hij staat op de plaat.
Na wat "geworstel" om de Swinhoes enigzins redelijk op de foto te krijgen, richtte ik mij toch weer op de Aziaat, die nu geduldig poseerde bij een langzaam dalende zon.
Het werd zo langzaam aan tijd om te vertrekken, toen ik hoorde dat er bij de Slufter een Kleine Vliegenvanger werd gezien. Wederom een prima soort, die ik weliswaar een keer kort voor donker op Texel had gezien, maar toch zeker een kort bezoekje waard.
Het weekend van 23 oktober logeerden wij in Noord Brabant te Oisterwijk, omdat we werden getrakteerd door Mirte en Dennis op een High Tea bij Robèrt. 's Ochtends ging ik met Annemiek en Mirte naar de Oude Warande, terwijl Dennis ging fietsen door het Brabantse land.
Ze zijn net weer iets anders dan de Amerikaanse Ground Squarrels, die we in 2000 en 2005 in de USA zagen. Ze zijn echter razendsnel, zodat je heel snel moet handelen met fotograferen. Zitten ze echter lekker te peuzelen, dan heb je mooi even de tijd voor wat leuke plaatjes.
De meeste Kraanvogels leggen maar één ei en brengen dan ook maar één jong groot per broedsel. Mooiste gebied vond ik wel de Rheeder Moor, niet al te ver van Diepholz gelegen. Vanuit een enorme uitzichttoren had je ook een prachtig uitzicht over het gebied en kon je de vogels horen en zien aankomen. Ik raakte echter steeds meer vertrouwd met het gebied en wist na een paar dagen wel, waar de beste trefkansen waren, om de vogels zonder verstoring rustig vanuit/naast de auto te observeren.
Na deze prachtige week gingen we op weg naar het Sauerland, terwijl de roep van "Der Kranichen" nog in onze oren nagalmde. Het Sauerland had voor ons niet alleen nog mooier weer in petto, dan in de Diepholzer Moor region, maar ook nog een heel scala aan leuke en mooie natuurwaarnemingen. Hieronder als eerste indruk even drie opnames: van een Eekhoorn, een Kramsvogel en een Ringmus.
Beide weken leverden echter genoeg fotomateriaal op, om er in ieder geval zeker één blog over te maken. Bij thuiskomst bleek een Oostelijke Vale Spotvogel, die in de tweede helft van oktober werd ontdekt op een vakantiepark te Nieuwvlietbad, onder Breskens op Zeeuws Vlaanderen, nog steeds aanwezig te zijn. Samen met mijn zus Marian ging ik op vrijdag 19 november op weg naar Zeeuws Vlaanderen in de hoop de vogel in beeld te krijgen.
Op de weg terug naar huis via de Oosterschelde dam, zag ik bij Plompe Toren deze jonge Lepelaar en bij de Spuisluis van de Brouwersdam twee Zeekoeten.
Gelukkig leverde de laatste twitch van 2021 wel een prima meewerkende en veel fraaiere soort op dan deze Spotvogel. De nacht van 21 op 22 december had het eindelijk eens een beetje gevroren. In Zevenhuizen lagen de omringende velden er prachtig berijpt bij.
De diepblauwe kleuren, met de rode poten en snavel staken prachtig af tegen het nog deels berijpte gras. De vogel liet zich schitterend zien en liep ook nog even over een klein bruggetje heen en weer. Hierna liep de vogel nog korte tijd over een omgeploegde akker, alvorens geheel onverwachts af te vliegen richting achter ons gelegen rietvelden. Hier werd hij later met enige moeite weer terug gevonden.
De Purperkoet verbleef hier nog een paar dagen en werd daarna niet meer gezien. Het was de eerste gave Purperkoet voor Nederland. Een week voor 22 december werd er wel een exemplaar bij Alblasserdam ontdekt, maar deze vogel had zeker één gebroken slagpen. Ter afsluiting nog een foto van het internet, die mijn zus mij stuurde, waar ik in het midden sta achter de zittende man met blauwe jeans.
Al met al was deze Purperkoet op een Hollandse winterdag, en nota bene nog de verjaardag van mijn dochter Mirte ook, een heerlijke afsluiting van dit vogeljaar.
2 opmerkingen:
Nou John een enorm blog met veel zeldzame vogels. Het zijn mooie belevenissen met nieuwe soorten voor je, gefeliciteerd! De Aziatische robotap heb je mooi geplaat. De walrus was een hele bijzondere waarneming, wat een beest!. Het eekhoorntje vond ik echt heel mooi gefotografeerd! Leuk blog John
Fijn dat je nog even memoreerde aan Wim Kolber.
Groetjes
Frans
Dank je wel Frans. Ja het was een enerverend najaar, met veel mooie waarnemingen. Van de Kraanvogels bij Diepholz hoop ik deze zomer, of komend najaar nog een mooi apart Blog te maken.
Zeker bij een paar twitches van de laatste tijd, miste ik Wim echt. Hij zou er zo van genoten hebben.
Een reactie posten