maandag 27 december 2021

Zomer 2021

Op 28 juni ging ik toch maar eens via de polders ten noorden van Moerkapelle, op weg naar de zuidkant van het Bentwoud. Er werden daar al geruime tijd jonge Roerdompen gezien. Ik was nog niet zo lang terug van onze vakantie in de Achterhoek, maar moest nu wel snel een kijkje gaan nemen, voordat de jongen de nestlocatie definitief zouden verlaten. Een paar honderd meter voor een kleine parkeerplaats, zag ik ineens Ben van den Broek geconcentreerd naar een weiland staan kijken. 

Ik groette Ben en zei tegen hem, dat hij vast niet een groepje Spreeuwen aan het bewonderen was. Nee, nee, het bleek om een Steenuiltje te gaan. Het beestje zat achterin het weiland, maar zou zo dadelijk wel naar voren komen aldus Ben. 


Het bleek namelijk, dat haar partner gesneuveld was, zodat moeders alleen voor de jongen moest zorgen (De Uilenkast was net zichtbaar in de voorste boom aan de rand van het erf van een boerderij). Na wat bijgepraat te hebben, gebeurde inderdaad wat Ben voorspeld had: het Steenuiltje vloog een stuk naar voren en landde op een metalen staaf, niet ver van de weg. Tja, een Steenuil die zich zo mooi liet bekijken, kon je eenvoudigweg niet negeren. Het uiltje hield ons wel goed in de gaten, maar was toch vooral gefocust op de grond, waar het natuurlijk een muis, of een mol hoopte te verschalken.



Ik moest echter door voor mijn Roerdomp missie, groette Ben en ging, na de auto geparkeerd te hebben, verder te voet naar de locatie. Die lag bij een rietkraag aan de rand van een vaart. Onderweg er naar toe, zag ik al een Roerdomp in vlucht. Er waren een paar waarnemers, die mijn vermoeden bevestigden, dat het zo langzaam aan een wat aflopende zaak was, wat waarnemingen betrof. Gelukkig was er nog een juveniele Roerdomp, die wel een kleine show wilde weggeven tussen de rietstengels. 




De Roerdomp is een prachtig getekende geel bruine Reigerachtige, die zich perfect kan verstoppen in het riet. Zijn hoemp, hoemp, hoemp, is een verdragend geluid dat je al van grote afstand kunt horen. Op de tweede foto neemt deze jonge Roerdomp al deels een paal-houding aan, wat ook goed te zien is op de vierde en laatste foto. Zeker wanneer een Roerdomp met de borst naar je toe zich volledig opricht in paal-houding, is hij zelfs voor een geoefend oog moeilijk te spotten. 



Begin juli was het al weer tijd voor een nieuwe "riet-missie", namelijk de Woudaapjes bij Zoetermeer. Die hadden eveneens jongen en ook daarvan wist ik, dat er niet veel tijd te verliezen was. De eerste keer dat ik bij de locatie kwam, was dat pas rond het middaguur. Ik kon die dag niet eerder en wilde alvast de plek gezien hebben. Geen Woudaapjes in beeld op dat moment, maar wel moeder Kuifeend met een paar jongen. 



Een paar dagen nadien was ik wel vroeg op de inmiddels bekende plek. Al vrij snel vloog er een jonge Woudaap uit het riet aan de overzijde. 


Hierna was het nog een klein uurtje wachten op een volwassen mannetje, die over de plas aan kwam vliegen en niet ver van ons vandaan in het riet landde. Hij klom behoedzaam en behendig door het riet op zoek naar prooi. Na een paar minuten hield hij het voor gezien en vloog naar de overkant, ongeveer ter hoogte waarvan men het nest vermoedde. 




Rond 20 juli besloot ik maar eens te gaan kijken bij Wim "zijn" Sperwers in Clingendael. Wim van Yperen, wel gezegd, kent het park bijna nog als zijn broekzak, vanuit zijn dagelijkse lunchrondje tijdens de middagpauze op werkdagen. Hij heeft dit broedsel vrijwel vanaf het begin gevolgd en daar de nodige aandacht op zijn site Kiekjesdief.nl aan gewijd. 

De vier jonge Sperwers kon je al van ver horen krijsen. Ze waren inmiddels al aardig wat van het nest verwijderd en al vlieg-vlug. Dat maakte het een stuk lastiger, om er een goed in beeld te krijgen. Gelukkig lukte dat nog vanaf het pad langs de nestlocatie. Half verdwijnend tussen de meters hoge rododendrons, vond ik een goed richtpunt naar een boomtop, waar een jong zat. Twee dagen later maakte ik nog de tweede bijgevoegde foto, maar dat was het dan wel zo'n beetje wat de jonge Sperwers betrof. Volgend jaar toch maar eens wat vaker een rondje Clingendael maken. 



Al enige weken pleisterde er een Dwergaalscholver aan de rand van Utrecht. Het is een fraai getekende aalscholver met een bruinachtige kop, die in ZO Europa voorkomt. Zo'n 15 jaar geleden heb ik er veel gezien op en bij de Prespameren vanuit Grieks Macedonië. Geweldige herinneringen ook aan een early morning tripje met twee jonge Griekse vissers en hun boot, waarbij er bij het netten ophalen steeds een groep Kroeskop-pelikanen op de boot afstoof, in de hoop een visje mee te pakken. Hieronder een paar archieffoto's uit 2006 van Kroeskop-pelikanen.





De Dwergaalscholver was einde middag (we waren op weg naar huis vanuit NO Brabant) gelukkig nog niet naar zijn vaste slaapplek een paar km verderop gevlogen. Hij rustte vlak voor het riet aan de overzijde van een brede vaart. Niet lang hierna vloog hij op, maakte een rondje over de vaart en landde op het water. Ik vond het wel mooi zo, pakte mijn fotospullen in en we reden verder huiswaarts. 





De Boomvalk is niet alleen voor mij, maar ook voor andere vogelaars een geliefde soort. Gedurende vele jaren, heb ik samen met een paar bevriende vogelaars vrij intensief broedsels in onze omgeving gevolgd. Dit jaar waren er slechts een paar broedsels in onze regio (bron; A.Izaaks-J.Koetze), waarvan het Maria-Hoeve broedsel het beste te volgen was. 

Van eind juli tot eind augustus ging ik geregeld een kijkje nemen bij de nestboom, daarbij aanvankelijk op weg geholpen door Wim van Yperen, waar het de juiste boom en precieze plek van het nest betrof. Zeker wanneer de jongen nog heel klein zijn en je weinig tot geen roofvogel gekrijs hoort, valt het nog niet mee om tussen de vele populieren bladeren door het nest te vinden. De eerste tijd, zag je soms een klein wit donskopje ter hoogte van de nestrand en soms een oudervogel die dichtbij de wacht hield. Na verloop van tijd telde ik op een ochtend drie jongen.






Uiteindelijk hebben twee van de drie het gered. Het derde jong belandde een keer op de grond, werd gevonden door de bloemist van de nabijgelegen kiosk en door de dierenambulance naar vogelopvang De Wulp gebracht. Na aangesterkt te zijn, werd het Boomvalkje geringd en door de ringer los gelaten in de buurt van de nestboom. Spijtig genoeg vond Wim daags er na plukresten van een jonge Boomvalk en wat veren van een Havik. Bij een van mijn laatste bezoeken, ontdekte Johan van der Louw nog een dode Dwergvleermuis recht onder de nestboom. 



Medio augustus was er aan de rand van de Nieuwe Driemanspolder in de buurt van Wilsveen, een jonge Koekoek die behoorlijk wat belangstelling trok. Hij was namelijk fanatiek aan het jagen op rupsen en trok zich van de vele waarnemers bijster weinig aan. Er stonden een stuk of tien jonge boompjes, die tegen de wind werden beschermd middels twee palen en een brede band er omheen. De Koekoek rustte geregeld op een van die palen en speurde dan tegelijkertijd naar prooi. 


Plotsklaps dook hij dan naar beneden en kwam meestal met een rups in zijn snavel weer op een van de palen zitten en werkte die dan razendsnel naar binnen. 




Dat alles speelde zich zo'n tien meter voor onze neus af. Prachtig stukje natuurbeleving natuurlijk en uiteraard een fotografisch buitenkansje. Hieronder een foto van de locatie met de rij boompjes in beeld.


Zo tussen 20.00 en 20.45 uur was de vogel even gevlogen, om daarna toch nog terug te keren voor een paar kleine "snackjes", voordat hij naar zijn slaapplaats vloog. Bij beduidend minder licht, was het nog steeds fascinerend om de vogel te zien jagen. Het lukte zowaar nog om een opname te maken van zo'n duik tussen de kruidenplanten. 




Wat eerder op de dag, attendeerde een wandelaar mij op een Olifantrups, waar uiteindelijk na het verpoppen, de Groot Avondrood nachtvlinder uit te voorschijn komt. 


Twee dagen later ben ik toch maar even gaan kijken bij een parkje in Wateringen, waar al enige tijd een Rode Ibis rondliep. Een overduidelijke ontsnapte vogel, in vogelaars jargon, een Escape. De vogel die voorkomt in NO Zuid Amerika was geringd en moest afkomstig zijn uit een dierentuin, of privé collectie. Enigszins met het schaamrood op de kaken :-) toch snel maar een paar opnames van deze zeer opvallende schoonheid gemaakt. 



De tweede helft van augustus ontdekte ik tijdens een fietstocht door de Kennemerduinen een mooie Gekraagde Roodstaart, ging ik op een avond naar een buitenwijk van Spijkenisse op "Bever-jacht" en werd er bij het plasje bij Zevenhuizen een Draaihals gezien.  Fotografisch gezien, was het bij de Gekraagde Roodstaart een beetje stoeien met zonlicht en schaduw. 



De inmiddels al aardig uit de kluiten gegroeide Bever jongen lieten zich pas tegen donker zien. Dat betekende weer behoorlijk hoog in de iso waarden en dan krijg je vroeg of laat toch wel de nodige ruis. 



De Draaihals werd in vlucht opgemerkt door een alerte mede-vogelaar, die hem zag landen op een eilandje midden in de kleine plas, maar dus tamelijk ver weg. Met enige volharding kon ik uiteindelijk toch nog wat aanvaardbare sfeer foto's maken. 




De laatste augustus dagen bracht ik door in de Broekpolder bij Vlaardingen, waar twee Visarenden de show stalen. Op 27 augustus liet met name een adulte Visarend zich mooi zien, waarbij hij na korte tijd "biddend" in de lucht te hebben gehangen, een spectaculaire stootduik inzette. Helaas was deze poging zonder resultaat, want er zat geen vis vastgenageld aan de machtige klauwen. Later die ochtend vloog er ook nog een Purperreiger over het gebied.






Daags er na was het de beurt aan een eerste jaars Visarend om de aandacht van de vele waarnemers voor zich op te eisen. Deze jonge Visarend was vanwege het verse kleed, op de ondervleugels nog warm okergeel gekleurd en heeft grote dekveren met dwarsbandering. 


De vogel landde op een gegeven moment op de top van een hoge afgebroken boom, wat kennelijk zijn vaste uitvalsbasis was. De meute vogelaars spoedde zich door het plas-dras gebied die richting uit, maar met mijn fiets mee aan de hand, ging dat niet zo vlot. Van behoorlijke afstand toch maar snel een opname gemaakt en kort hierna van iets dichterbij, maar nog steeds op aanzienlijke afstand, nog net het afvliegen kunnen vastleggen. 




De Visarenden bleven nog enkele dagen rondzwerven boven de Broekpolder, om daarna hun tocht naar warmere oorden te vervolgen. Sinds enkele jaren broeden er inmiddels enkele paren van de soort in de Brabantse Biesbosch. Velen van ons, waaronder ik, kijken al weer uit naar hun terugkeer vanuit Afrika komend voorjaar. 

Voor medio februari komend jaar, hoop ik het blog over de herfst van dit jaar geplaatst te hebben. Met daarin o.a. de Walrus dame in de Waddenzee, Kraanvogels in Duitsland en een prachtige Purperkoet in een winterlandschap bij Zevenhuizen. 
 






2 opmerkingen:

Ben van den Broek zei

Hallo John, mooie serie en overzicht van voorjaar en zomer. Leuk dat we elkaar soms tegenkomen en ervaringen uit kunnen wisselen. Gr. Ben

John van der Graaf zei

Hoi Ben, dank voor je commentaar.
Ja, dat Steenuiltje had ik dus vrijwel zeker gemist, als jij daar niet gestaan had. Nogmaals dank voor je uitleg aldaar over de situatie van dat broedsel. Onlangs bij de Purperkoet van Zevenhuizen (komt in volgend blog), waren wij er beiden weer op het juiste moment. Prachtig om die vogel tussen de berijpte velden door te zien lopen. Groetjes, John