donderdag 28 oktober 2021

Winter 2021

Net voor de jaarwisseling ontdekte Frans van Antwerpen een vrij zekere Siberische Tjiftjaf bij een plantsoentje achter zijn huis in 's Gravenzande. Het bleek een mooi licht getekende Tjif, die geregeld samen optrok met een gewone Tjif. Hieronder eerst een gewone en vervolgens de Siberiër. 



De vogel bleef een kleine twee weken ter plaatse en werd op een van die laatste dagen gezien door Bas van Gennip. Bas vermeldde bij zijn waarneming een paar opvallende details in het kleed, zoals deels een olijfkleur op de mantel en wat geel op de flanken en in de wenkbrauw. Vincent van der Spek reageerde daarop met enige nadere duiding, omdat het hier om een Tjiftjaf ging die uit een overlap zone met Scandinavische moet komen gelet o.a. de hierboven genoemde kenmerken. Ofwel, geen zuivere Siberische Tjif, maar wel een erg interessante vogel, waar t.z.t. middels DNA onderzoeken nog meer over aan het licht moet komen. Hieronder eerst de bewuste vogel en daarna een "frontaaltje" van de gewone Tjif. 



Het Westland was trouwens begin dit jaar de Birding place to be, daar er begin januari ook al een fraaie man Pestvogel langdurig bleef rondhangen bij de Kapittelduinen vlak voor Hoek van Holland. De fraai gekleurde en gekuifde vogel deed zich de hele dag door te goed, aan de vele rozenbottels in de struiken langs de locale parkeerplaats. 



Deze vogel die in invasie jaren met grote groepen tegelijk vanuit het Hoge Noorden, in de Lage Landen komt foerageren, bleef ook een kleine twee weken en trok enorm veel bekijks. Bovenstaande foto's maakte ik bij lichte ijsregen en de onderste twee bij lichte sneeuwval een week nadien. 



Tussen de bedrijven door, werd ik ook nog tot tweemaal toe naar het Veerse meer gelokt door een heuse Kortbek Zeekoet uit het Arctische Hoge Noorden. Maandag 4 januari kon ik hem wel bijschrijven als nieuwe soort, ofwel Lifer. Door het ruige grauwe weer en de Kortbek Zeekoet zelf, die voornamelijk ver uit de kant, zo nu en dan even opdook tussen de golven, waren de specifieke kenmerken erg lastig te zien. 
Hoe anders was dat 5 dagen later, op zaterdag 9 januari. De Kort-, ook wel Dikbek Zeekoet genoemd, liet zich geweldig zien, bij stralend mooi weer en beduidend minder wind. 


We zaten sinds medio december in inmiddels de derde Lockdown, waardoor ik geen trek had om tussen de vele waarnemers op een steiger te gaan staan dringen. Iets verderop was een minuscule landtong, waar je net wat beter afstand van elkaar kon houden en de vogel ook geregeld mooi in beeld kreeg. 


De vogel dook geregeld op zoek naar prooi, waarbij de lichte mondstreep, de korte dikke snavel en dunne oogstreep goed te zien waren. 




Vermeldenswaard is nog, dat de soort op steile rotsrichels van eilanden in de Noordelijke IJszee broedt. Ze leggen 1 ei, dat gespikkeld en peervormig is, waardoor het veel moeilijker van de smalle richel naar beneden kan vallen. Eind januari was het weer feest in het Westland: bij Slag Vlugtenburgh pleisterde al ruim een week een groep van ongeveer 25 Sneeuwgorzen. 


Sneeuwgorzen zijn zeker ook in de winter het bekijken meer dan waard. De mannetjes zijn weliswaar niet meer in hun zwart-witte zomerkleed te zien, maar hebben nog steeds een mooi contrastrijk kleed. De vrouwtjes en jonge vogels zijn iets zachter van kleur. 





Een mooie kans op weer eens een stedelijke twitch, bood een vrouwtje Zwartkeellijster in Utrecht, die regelmatig kwam foerageren op de op de grond gevallen appels van de solitaire appelboom aan de rand van een plantsoen, dat omgeven werd door woningen. Peter de Rouw, die aan het bewuste plantsoen woont, ontdekte deze fraaie lijster uit Siberië al in december.


Ik bezocht de vogel op 24 januari, precies bijna drie jaar na een prachtige Twitch van een mannetje Zwartkeellijster in Scheemda, Zuid Oost Groningen, samen met Frans en zijn zus Maria. 



De vogel liet zich geregeld zien, rechts achterin op de grond onder de bewuste fruitboom in de schaduw. Hoewel niet zo contrastrijk als het mannetje van Scheemda, vond ik het kleed van deze vogel toch ook wel bijzonder om te zien. Naast een foto van het mannetje uit Scheemda (zie daarvoor een eerder blog over de eerste helft van 2018), voeg ik nog een matige foto toe van de zo kenmerkende ondervleugel met de rossig beige kleur. Afsluitend nog een close-up van vrouw de Zwartkeellijster. 




Bij de Nieuwe Driemanspolder tussen Leidschenveen en Zoetermeer overwinterden twee Blauwe Kiekendieven: een eerste winter en een vrouwtje. Op een van de foto's is al te zien, dat de winter zich aandient. De drie andere opnames maakte ik na de vorstperiode op 22 februari. 





Nog net voor het invallen van de vorst, dook er plots een Rosse Franjepootje op in onze eerste binnenhaven. Het druk foeragerende vogeltje liet zich van achter de visafslag prima bekijken. Het Franjepootje (net niet zichtbaar) werd o.a. aandachtig gevolgd door de "senior birders" André Kommer, Wim Kolber en Frans van Antwerpen. 





De matige tot strenge vorstperiode van 9 dagen in de eerste helft van februari, was natuurlijk een feest voor natuurbeleving en fotografie. Een Zanglijster in de sneeuw is dan ook een dankbaar onderwerp voor een foto.


Veel minder goed pakte het uit voor de zo kwetsbare IJsvogels. Met name het tweede en laatste vorst-weekend was "killing" voor de soort. Voor velen van hen duurde de vorstperiode net te lang, omdat nog veel sloten en vaarten dichtgevroren waren. Bij Lentevreugd in Wassenaar vond ik nog een dappere IJsvogel, die probeerde nog wat voedsel te vinden in het grotendeels dichtgevroren slootje. 





Bij het invallen van de dooi, enige dagen later hebben ik en wat andere waarnemers, hem helaas niet meer gezien. Wel vond ik toen in Wassenaar de nodige Bokjes en Watersnippen, die volop foerageerden in het smeltwater van kleine slootjes. Let op de donkere kruinstreep van het Bokje in tegenstelling tot de smalle lichte kruinstreep van de Watersnip en diens veel langere snavel.




Eenmaal op weg naar huis via de landgoederen route, zag ik drie Grote Zilverreigers vrij dichtbij de weg lopen. Een van hen had kennelijk net een onfortuinlijke kikker uit het slootje gespietst. Ik kon de auto gelukkig net bij een bushalte inham neerzetten, maar fotograferen van daaruit ging niet meer, omdat ik de Reigers al voorbij was. Snel de auto uit en een paar shots vanuit de hand gemaakt.
  

Het was een mooie afsluiting van een voor mij veel te korte winterperiode, maar voor de meeste vogels was het lang genoeg geweest.