vrijdag 24 april 2020

Marokko Koningssteden reis februari 2020 deel 1

Donderdag 13 februari j.l. vertrok ik samen met mijn bevriende oud-collega's, Anje, Margriet en Niza, voor een Koningssteden trip naar Marokko. Vijf jaar geleden maakten wij met zijn vieren al een reis door het westen van Turkije, wat prima was bevallen. We wilden nog wel een keer op herhaling, maar dan naar een ander land. Margriet vond via Kras reizen deze interessante en niet te dure reis, die wij begin oktober vorig jaar boekten. We vlogen met Transavia van Amsterdam naar Casablanca. Bij de luchthaven werd onze groep verwelkomd, door onze reisleider Fathi.
We reden vervolgens met de bus naar hotel Transatlantique, dat dateert uit 1922 en nu wordt gezien als een monument. Gedurende de Franse bezetting verbleef zangeres Edith Piaf hier, wat ook duidelijk te horen was aan haar muziek die in de receptie werd gedraaid.

Welkoms drankje in hotel Transatlantique, met Niza, Anje en Margriet
Hoewel ik deze reis mijn vogel aspiraties vrij laag had gesteld, omdat het volle programma daar nauwelijks tijd voor bood, hield ik natuurlijk wel mijn oren en ogen open.
Nog maar nauwelijks waren Niza en ik in onze kamer op de vierde etage gearriveerd, of ik hoorde onmiskenbaar het geluid van een Valk. Snel de balkondeuren geopend, waar een piep klein Frans balkonnetje met een angstig laag hekje, uitzicht bood op de gebouwen aan de overkant van de straat.
Ja, daar zat echt een Valk te schreeuwen. Hij zat echter volledig in het tegenlicht van de ondergaande zon. De roep deed sterk aan Slechtvalk denken, maar was net iets anders. Het kwam me wel heel bekend voor en opeens wist ik het: Barbarijse Valk! Vorig jaar september zag en hoorde ik op Fuerteventura nog twee jonge Barbarijse Valken bij het Molinos reservoir (zie de twee blogs over Fuerteventura)

De volgende ochtend moesten we al vroeg op pad. De bus zette koers naar Rabat, de hoofdstad van Marokko en de plaats waar de koning zijn vaste verblijf heeft. Op dit vroeg uur hing er nog aardig wat "zeevlam" boven de stad.
Ruiter van de Koninklijke garde, bij de ingang van het mausoleum van koning Mohammed V.
Graftombe van koning Mohammed V.
De groep luistert naar de uitleg van Fathi
Hierna liepen we via "de blauwe wijk" naar een uitzichtpunt, vanwaar we uitkeken over de monding van de rivier en een deel van de Atlantische Oceaan. Via allerlei kronkelige straatjes bereikten we weer onze bus en reden naar Meknes, waar we de lunch zouden gebruiken.



Muurschildering in een van de oude straatjes van Rabat.
In Meknès bezoeken we een indrukwekkend deel van de stadsmuur, met daarvoor een plein waar handelaren hun koopwaar aan de man probeerden te brengen en de stallen en graanschuur die gebouwd zijn in opdracht van sultan Moulay Ismail, een heerser uit de 17e eeuw.
Deel van de stadsmuur in Meknès
Marktplein in Meknès, met rechts een paar geketende aapjes, waarvan er eentje een T-shirt droeg met de naam van Messi.
Een schril contrast met de Berber apen in de Midden Atlas, die wij later die week zouden zien.
Restanten van de oude graanschuur in Meknès
We vervolgen onze weg naar de Romeinse stad Volubilis, althans de restanten daarvan. De oude Romeinse stad ligt in een prachtig heuvellandschap. Uit ervaring weet ik, dat dit een uitgelezen kans is, om even snel te vogelen.
Koppel Ooievaars op hun nest, bovenop een Romeinse zuil
Vrouwtje Roodborsttapuit
Mannetje Roodborsttapuit
Voor mij vertrouwde soorten. Helaas ontbrak het aan tijd, om nog een leuke Noord Afrikaanse soort te vinden, daar we snel door moesten naar ons hotel in Fès.
De volgende dag gingen we zoals gebruikelijk al weer vroeg op pad. Fathi kreeg die dag assistentie van zijn collega Abdel, die de stad heel goed kent. Als eerste bezochten we de Joodse wijk van Fès.

Abdel toont hier de plaats bovenin een uitsparing bij de deur, waar de Joden hun gebedsrol plaatsten.
Voor gidsen is het tijdens een excursie door een stad, verplicht een kaftan te dragen. Abdel liep in zijn donkere kaftan meestal vooraan, terwijl Fathi in zijn lichte kaftan de achterhoede vormde van onze groep. In de weerwar van smalle straatjes van de oude medina, bleken die kaftans goede herkenningspunten voor ons, om te zien of we allemaal de juiste route volgden.
Fès is de oudste Marokkaanse koningsstad. Op het plein voor de muren en poort van het Koninklijk Paleis, sluit Mimoun even bij ons aan. Mimoun is een collega van Niza, die momenteel met vakantie is in zijn geboorteland. Zijn familie woont in de buurt van Fés.


Niza, Mimoun en Fathi voor de paleispoort.

Hierna rijden we naar een hoog gelegen kerkje, vanwaar we een schitterend uitzicht hebben over Fés en de oude medina.

De volgende stop is bij een authentiek keramiek bedrijfje, waar alles nog met de hand gemaakt wordt.
De arbeidsomstandigheden zijn echter vrij pover. De lonen zijn niet te vergelijken met die bij ons. Zo verdient de jonge vrouw op een van de foto's, slechts vijf euro per dag.
De details worden met behulp van een hamer heel behoedzaam uitgewerkt.

Na een korte koffie en theepauze gaan we met de hele groep de oude medina in. Het is een wirwar van kronkelige smalle steegjes, allerhande winkeltjes, kooplieden etc.
Ja, dat is even slikken: dromedaris koppen bungelend aan een haak.
Koperbewerker voor zijn werkplaats.
Abdel had ons verteld, dat we in de steegjes op moesten letten, wanneer er "balak balak" werd geroepen. Dat betekende dat er iemand met een beladen kar, of een ezel langs moest.
Huidenverkopers en het spel van vraag en aanbod met leerhandelaren. Alles speelt zich in een uur tijd af op een kleine Middeleeuws-achtige binnenplaats. NB de linker handelaar heeft een jack aan van de brandweer van een luchthaven.
We bezoeken hierna een lederwaren winkel en mogen via een inpandig trappenhuis een kijkje nemen vanaf het hooggelegen terras op de verfbassins beneden. Nou, ik kan jullie vertellen, dat was geen lolletje. Hoe hoger je kwam in het pand, hoe ondraaglijker de rottende stank werd. Onder aansporing van Abdel en de moeder van Emily (Emily was de jongste van de hele groep, die al snel Abdel en Fathi voor zich wist te winnen met haar ontwapenende belangstelling), ben ik uiteindelijk toch achter Abdel aan, met een hele bos munttakjes in mijn neus, naar boven geklommen. Eenmaal boven, moest ik toegeven, dat het inderdaad de moeite waard was.


Het verven van textiel in een straatje van de oude medina
Voetwassing in een soort klooster, zo leek het.
Langzamerhand waren wij er zelf ook wel aan toe, om onze voeten wat rust te geven. We vertrokken dan ook naar ons hotel en gingen "met de kippen op stok" naar bed. De volgende dag stond namelijk de lange dagtocht naar Afourer in de Midden Atlas op het programma.
Via een prachtig bergachtig landschap met veel ceder bossen, reden wij over de N8 via Ifrane, Azrou en Khenifra richting Beni-Mellal en Afourer, onze eindbestemming van die dag.
We maakten o.a. een korte tussenstop bij het stuwmeer van Ouaoumana.

Landschap met steeneiken
Het stuwmeer van Ouaoumana
Heel vriendelijke inwoner uit Casablanca, die met zijn familie op doorreis was en goed verstaanbaar Frans sprak.
In de loop van de middag bereikten wij ons erg mooi gelegen hotel in Afourer. Het lag aan de voet van de bergen en was omgeven door palmen. Gelukkig was er nog tijd, om een uurtje naar vogels te zoeken in de grote lommerrijke tuin achter het hotel.
Regelmatig klonk de roep van Grauwe Buulbuuls door de tuin. Hoewel ik in Zuid Afrika wel Buulbuuls had gezien, waren dat niet de Grauwe die in Noordelijk Afrika voorkomen.
Een koppeltje zat er wel heel fraai bij en bleef gelukkig zo zitten, terwijl ik naarstig op zoek ging naar de juiste hoek wat lichtinval betrof, om ze te fotograferen.
Grauwe Buulbuuls, Afourer Midden Atlas Marokko, 16-02-2020
De volgende dag zouden wij na een bezoek aan de watervallen van Ouzoud, doorreizen naar Marrakech. Daarover meer in het volgende deel van dit tweeluik over onze Marokko reis.